Als je op een willekeurig moment in mijn diepvries kijkt, zul je eerst een weg moeten banen door alle veganistische burgers, balletjes, worstjes, en kipstukjes om iets te vinden dat niet op vlees probeert te lijken. (Met uitzondering van sojaproducten zoals tempeh en tofu, die ik voor het gemak ook even onder de categorie ‘vleesvervangers’ schaar.) Ik ben groot fan van vleesvervangers – of vleesopvolgers, zoals ze tegenwoordig vaker genoemd worden. Of je nu vlees eet of niet en vlees lekker vindt of niet: het assortiment vleesvervangers is inmiddels zo uitgebreid dat er voor iedereen meer dan genoeg lekkers tussen zit. Ik koop ze vaak groots in wanneer ze in de aanbieding zijn, en bewaar ze in de diepvries (de bovenstaande foto is een greep uit de voorraad). Zo heb ik altijd iets in huis om snel even in de pan te gooien en ben ik ook nog een stuk voordeliger uit.
Maar hoe zit het met de voedingswaarden van vleesvervangers? Zijn ze eigenlijk wel gezond? En krijg je wel genoeg eiwitten binnen? In hoeverre lijken ze qua structuur en smaak echt op vlees? En het aanbod is zó groot – welke producten zijn nu echt een aanrader? Deze vragen beantwoord ik met liefde en plezier voor je in deze blog.